In tijden van Corona: van maatpak naar casual kleding!
Dat de Coronacrisis een enorme impact op de kledingbranche heeft, is een feit. Vooral ook modebedrijven in herenpakken zien een ongekende daling in de verkoop. Er is door Corona een onmiskenbare omslag gaande van maatpakken naar casual kleding. NVKT-bestuurslid Rob Schalker, tevens eigenaar van mannenmodemerk “A Fish Named Fred”, vertelt in onderstaand artikel van Maarten Veeger, RTL Nieuws, dat vooral de combinatieverkoop van shirt, colbert én korte broek het momenteel goed doet.
Een pak verkoopt niet meer, joggingbroeken juist wel
Pakkenmaker Van Gils gaat de productie van herenpakken fors reduceren. Pakkenverkoper Oger gooit de collectie pakken en colberts in een uitverkoop met ongewoon hoge korting. Maar de joggingbroeken gaan als een dolle. De kledingbranche is door corona in een radicale transitie gegooid. Volgens Oger ligt er straks in de winkel veel meer en hangt er minder.
“Een pak is vandaag de dag toch meer een cadeautje. Niet echt iets wat nodig is”, zegt een advocaat die bij een grote Nederlandse bank werkt maar liever zijn naam niet genoemd wil hebben. “Je hebt in deze thuiswerktijden natuurlijk geen rij pakken, tien overhemden en drie paar schoenen meer nodig als je twee keer naar kantoor moet. Eigenlijk wel jammer, ook omdat je nu moet nadenken wat je aan moet doen.”
De coronacrisis pakt dramatisch uit voor aanbieders van keurige kantoormode. InRetail, de brancheorganisatie van modewinkels, telde in het tweede kwartaal van dit jaar een daling van de verkoop voor heren van blazers met 48 procent, broeken van 44 procent en jassen van 40 procent.
Bij de bovenmode voor dames is de daling met 32 procent ook ongekend fors.
Joggingbroeken
Daar stond wel wat tegenover. De stijging van de verkoop van sweaters en vesten steeg in de drie maanden met 49 procent. En bijzonder genoeg, ook die van nachtkleding en ondergoed zit stevig in de lift.
Bij Zeeman verwachten ze dat de verkopen van dit soort ‘basic’ artikelen structureel hoger wordt. “Zeker als het thuiswerken voor het grootste deel van Nederland de norm wordt”, aldus een woordvoerder. “Het zijn echt basisartikelen die we ook niet aan hoeven te passen aan trends.”
Klappen bij Van Gils
Bij Van Gils willen ze niet veel kwijt over hun besluit om voortaan alleen nog maar pakken te maken voor de eigen winkels en de verkoop via winkels die meer merken verkopen (bijvoorbeeld De Bijenkorf) volledig te staken. In een persbericht geeft het ruim 70 jaar oude bedrijf toe dat corona de schuldige is.
Het is “enerzijds de zeer negatieve invloed die Corona heeft op de resultaten van de Van Gils business, anderzijds de hieruit en hierop volgende trend waar er minder formeel en eerder casual gekleed wordt. Hetgeen versneld wordt in een situatie waar thuiswerken meer een gemeengoed wordt.” Van Gils zegt de organisatie in fases af te slanken en vanaf komend jaar wordt aan de ‘groothandelsmarkt’ niet meer geleverd. Over hoe het merk moet voorbestaan wordt in het najaar besloten.
Pakkenmaker Van Gils: “Het is de trend waarbij er minder formeel en eerder casual gekleed wordt.”
Oger verbouwt de zaak
Sander Lusink, die samen met zijn broer eigenaar is van modezaak Oger met vestigingen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Antwerpen verkoopt geen Van Gils pakken maar heeft de klap de afgelopen maanden ook gevoeld. “We zijn een maand dicht geweest en vervolgens was de omzet zeker 20 tot 30 procent lager. Juli ging naar omstandigheden beter met een daling van de omzet van 8 procent ten opzichte van waar we begin dit jaar vanuit gingen.”
De pakken en colberts worden nu met de ongewoon hoge korting van 50 procent verkocht. Lusink: ziet een duidelijke trend naar minder formeel en meer casual. “Daar gaan we dan ook in uitbreiden. Onze winkel in Amsterdam wordt hopelijk in januari verbouwd waarbij er meer ruimte komt voor liggoederen en minder voor hanggoederen. Ofwel meer casual en minder pakken. We hadden nu ongeveer de helft casual. Dat wordt 70 procent.”
Jeans van 1200 euro
Dat dat omzet gaat kosten kan Lusink niet ontkennen maar de prijzen van de informelere kleding zijn ook niet mis. “We hebben ook polo’s van 300 euro en designersjeans van 1200 euro. En als ze dan al twee polo’s verkopen zijn we al een heel eind. We focussen ons op uppercasual. Met prijzen die lijken op die van goede pakken.”
Lusink denkt dat de markt voor het topsegment, zoals maatpakken van exclusieve Italiaanse huizen als Zegna of Corneliani, nog wel blijft, maar voorziet een permanent mindere vraag voor het wat meer betaalbare pak. “Daar vallen de klappen.”
Bij Oger komen minder pakken te hangen en meer ‘casual’ shirts te liggen. Maar dat moet voor net zo’n goede omzet zorgen.
Inkopers kopen niet
“We moeten genoegen nemen met iets minder”, zegt eigenaar Rob Schalker van mannenmodemerk A Fish named Fred. Hij is ook bestuurder van de vereniging van importeurs in de kledingindustrie NVKT en verkoopt zijn kleding via 750 verkooppunten over de hele wereld.
“We voelen het nu vooral in Noord Amerika en Australië. Want daar reizen inkopers helemaal niet meer en kunnen ook niet meer inkopen. We moeten daar gaan werken met kleinere aantallen en de collectie uit de showroom met filmpjes online aan de man brengen.”
Maar er is met deze volgens Schalker ‘vercasualisering’ op sommige momenten ook een opleving te zien. “Als gevolg van het thuiswerken zien we een interessante piek in een specifieke combinatieverkoop: de combinatie, shirt, colbert én daarbij de korte broek doet het nu erg goed.”
“De combinatieverkoop shirt, colbert en daarbij de korte broek doet het goed”
Herwaardering voor dorpsmodewinkel
Er heeft zich ook een onverwachte verandering plaatsgevonden in waar we inkopen. Meer online natuurlijk (Oger zegt dat daar een plus van 200 procent zit) maar ook in tot nu toe vaak wegkwijnende fysieke winkels. Waar grote winkels op dure locaties in de binnenstad het extra zwaar hebben nu, pakt dezer volgens Jan van Herwijnen van InRetail juist positief uit voor de al jaren lang geplaagde lokale modewinkels in de buitenwijken of in dorpen.
“En dan heb ik het over tientallen procenten beter. Klanten willen namelijk de grote parkeergarage van de binnenstad niet in, zijn bang voor boa’s, drukte en verplichte mondkapjes. En ze willen de lokale ondernemer die ze kennen helpen. Ze gaan wel minder vaak maar eenmaal in de winkel kopen ze meer. En er is nog een meevaller. Nu de zomer zo lang aanhoudt, hebben de winkels meer tijd om de al lang geleden ingekochte zomercollectie te verkopen.”